
Jurisprudentie
AU0904
Datum uitspraak2005-07-06
Datum gepubliceerd2005-08-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
ZaaknummersAwb 05/29
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-08-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
ZaaknummersAwb 05/29
Statusgepubliceerd
Indicatie
besluit; registratie vissersvaartuig
Uitspraak
RECHTBANK MIDDELBURG
sector bestuursrecht
enkelvoudige kamer
____________________________________________________
UITSPRAAK
____________________________________________________
Reg.nr.: Awb 05/29
Inzake: [eiser], wonende te [woonplaats], eiser,
gemachtigde: mr. E.G. Karel, advocaat te Middelharnis
tegen: de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, verweerder.
I. Procesverloop
Bij besluit van 7 december 2005 (lees 2004) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen de weigering om de registratie van de motorgegevens van het vaartuig van eiser te wijzigen niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Het beroep is op 14 juni 2005 behandeld ter zitting. Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. A.E. de Groot.
II. Overwegingen
1.Eiser heeft de motor op zijn vaartuig WSW 7 met een vermogen van 110 kW eind 2002 vervangen door een motor van 147 kW.
Op 3 maart 2003 heeft eiser door middel van een aangifteformulier verweerder verzocht de wijziging van de motor te registreren in het Nederlands Register van Vissersvaartuigen.
Bij brief van 23 juli 2003 heeft verweerder het verzoek van eiser niet ingewilligd en hem in de gelegenheid gesteld om zijn motorvermogen in overeenstemming te brengen met (nieuwe) regelgeving door het verwerven van 37 kW van een ander geregistreerd vissersvaartuig dan wel door het afstellen van de nieuwe motor op 110 kW.
2.In zijn brief van 28 juli 2003 heeft eiser verweerder verzocht om alsnog de wijziging van het motorvermogen te registreren daarbij aanvoerend dat hij zijn investeringsovereenkomst voor de nieuwe motor is aangegaan lang voordat de nieuwe regeling van kracht werd.
Bij brief van 19 augustus 2003 heeft verweerder geweigerd aan eisers verzoek te voldoen. Tevens wordt eiser erop gewezen dat zijn vissersvaartuig uiterlijk 3 september 2003 moet voldoen aan hetgeen verweerder eerder heeft gesteld in zijn brief van 23 juli 2003 teneinde zijn visvergunning te behouden.
3.Op 27 augustus 2003 heeft eisers gemachtigde nogmaals gevraagd om tot registratie over te gaan. Op dezelfde datum heeft eiser verweerder meegedeeld dat hij onder protest de nieuwe motor heeft laten afstellen op 110 kW.
4.Op 10 september 2003 heeft verweerder de nieuwe motor geregistreerd en een bewijs van inschrijving in het visserijregister afgegeven.
5.Verweerder heeft de brief van 27 augustus 2003 van eisers gemachtigde opgevat als een bezwaarschrift en eiser op 19 april 2004 in de gelegenheid gesteld zijn bezwaar mondeling toe te lichten.
6.In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard onder de overweging dat de brieven van verweerder van 23 juli 2003 en 19 augustus 2003 niet gericht zijn op rechtsgevolg en derhalve niet zijn aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor zijn standpunt vindt verweerder steun in een uitspraak van de rechtbank Groningen van 8 januari 2003.
7.Eiser voert aan dat hij expliciet heeft verzocht om wijziging van de registratie en dat verweerder expliciet in zijn brief van 23 juli 2003 afwijzend heeft beslist. Eiser wijst erop dat in artikel 1:3 van de Awb wordt bepaald dat onder beschikking wordt verstaan een besluit dat niet van algemene strekking is met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.
8.De rechtbank overweegt het volgende.
9.Artikel 1:3 van de Awb luidt - voor zover hier van belang - :
“1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
2. Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.
3. Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen”.
Artikel 7, tweede lid van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998 (26 januari 1998, Stsbl. 1998, 61) bepaalt dat de eigenaar van een vissersvaartuig aan de minister op een daarvoor door de minister vast te stellen en beschikbaar te stellen formulier mededeling doet van elke verandering, uiterlijk zes weken nadat de desbetreffende verandering heeft plaatsgevonden.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998 (verder te noemen: het Besluit registratie) besluit de minister indien het een verandering als bedoeld in artikel 7, tweede lid betreft, tot dienovereenkomstige aanpassing van de betrokken gegevens in het visserijregister.
10.De rechtbank stelt vast dat eiser conform artikel 7, tweede lid van het Besluit registratie op een door verweerder geleverd formulier de wijziging van het motorvermogen van zijn vaartuig heeft gemeld. Verweerder heeft vervolgens in zijn brief van 23 juli 2003 geweigerd een besluit te nemen conform artikel 8, eerste lid, onderdeel b van het Besluit registratie, zodat de gegevens van eisers vaartuig in het visserijregister niet werden aangepast zoals eiser dat wenste. Verweerder heeft weliswaar in zijn brief van 23 juli 2003 alsmede in de daarop volgende brieven eiser ook de gelegenheid gegeven om het motorvermogen in overeenstemming te brengen met de nieuwe Europese regelgeving, maar dat laat onverlet dat de gevraagde wijziging van het visserijregister is geweigerd.
11.In artikel 8, eerste lid, onderdeel b van het Besluit registratie staat expliciet het woord “besluit” vermeld. Een positieve beslissing op de aanvraag van eiser zou opgevat zijn als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Het rechtsgevolg van een positieve beslissing zou zijn dat daarmee is voldaan aan een wettelijke verplichting om in aanmerking te komen voor een visvergunning. Naar het oordeel van de rechtbank is daarom de negatieve beslissing van verweerder eveneens een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, waartegen bezwaar openstaat.
12.Gezien het voorgaande heeft verweerder ten onrechte het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is derhalve gegrond en het bestreden besluit moet worden vernietigd.
13.In het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 644,-, uitgaande van een zaak van gemiddelde zwaarte en van twee proceshandelingen.
III. Uitspraak
De Rechtbank Middelburg
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt het bestreden besluit;
draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
bepaalt dat het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan eiser het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 136 (honderdzesendertig euro) vergoedt;
veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiser begroot op
€ 644,- (zeshonderdvierenveertig euro), te betalen door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan eiser.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2005
door mr. T. Damsteegt, in tegenwoordigheid van mr. M.D. Bezemer-Kralt, griffier.
Tegen deze uitspraak kan een belanghebbende hoger beroep instellen.
Het instellen van het hoger beroep geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage, binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
Nota bene
In deze uitspraak is het beroep (deels) gegrond verklaard en is het bestreden besluit vernietigd. Als de rechtbank daarbij gronden van uw beroep uitdrukkelijk heeft verworpen en u wilt daarin niet berusten, moet daartegen binnen bovengenoemde termijn hoger beroep worden ingesteld.
Afschrift verzonden op: 6 juli 2005